Wouter Hamel: 'Deze manier van een plaat opnemen is voor mij een eyeopener geweest'

Twee jaar na zijn laatste album brengt Wouter Hamel dit jaar de opvolger uit: Boystown. De man die sinds de release van zijn debuutalbum uit 2007 al jaren geniet van spelen in volle zalen en aan de andere kant van de wereld geniet van de status van een superster, wil zichzelf blijven vernieuwen. Al is hij ook niet vies van het plaatsen van een cover op Instagram. Wij spraken met hem.

Je omschrijft de sound van je nieuwe album als een sixties cinematic vibe. Kun je dat verder uitleggen? 

‘Er zit een hoop nostalgie in deze nieuwe plaat. De rijke arrangementen, de Beach Boys-achtige koortjes en de sound van een geprepareerde piano doen mij en Thierry Castel (de producer met wie ik de plaat gemaakt heb) denken aan een sixties gevoel. In de studio heb ik alle liedjes in één take ingezongen, iets wat eigenlijk ook best ouderwets is voor deze tijd. Vroeger moest ik een nummer weleens meerdere keren opnieuw inzingen en werd vervolgens alles gladgestreken. Nu voelde het meer alsof ik ging optreden. De band was klaar, het geluid was goed en daar ging ik dan, meteen voor het echie. Zo’n manier van een plaat opnemen is voor mij een eyeopener geweest en wil ik zeker nog wel een keer gaan doen.’ 

In tegenstelling tot je andere platen heb je dit album gemaakt zonder de hulp van producers en arrangeurs van buitenaf. Waarom was dat?

‘Het voelde heel goed en logisch om nu een plaat te maken met een echt ‘band-gevoel.’ Thierry speelt als pianist al jarenlang in mijn band en gaf me vorig jaar op mijn verjaardag een zelfgemaakte cadeaubon ter waarde van tien bezoeken aan zijn thuisstudio in Rotterdam om arrangementen te maken voor de nummers die ik had geschreven. Die tien bezoeken werden er uiteindelijk veel meer, dus ben ik telkens naar Rotterdam gegaan om in zijn kelder de hele plaat af te maken.’

Tot drie jaar geleden sprak je nooit openlijk over het feit dat je homoseksueel bent, laat staan dat je daarover zong in je liedjes. Hoe gaat dat nu?

‘Ik heb de boel wat meer buiten mezelf gesteld sinds die tijd. Nu zie ik steeds meer wat de maatschappij van me verwacht, als mens zijnde. Ikzelf ben altijd super oké geweest met gay zijn, alleen vond ik vroeger dat je dat als classy jazzsinger (zoals ik misschien door sommigen word gezien) zoiets niet bespreekbaar kon maken. Die schaamte ben ik inmiddels voorbij. Wat mijn muziek betreft maak ik eigenlijk nooit echt doelbewust liedjes waarin ik het woord ‘he’ of ‘him’ gebruik. Op Instagram plaats ik weleens een cover van een bekend pop of jazzliedje en zonder dat ik het doorheb komt daarin de laatste tijd best vaak het woord ‘him’ dus wel voorbij. Af en toe stuurt iemand me dan een privébericht waarin staat dat diegene het moeilijk en shockerend vindt om naar te luisteren, omdat ik dan die woorden gebruik. Ik denk er verder helemaal niet bij na als ik zo’n liedje zing. Het is gewoon heel natuurlijk geworden. Er zijn wel een paar liedjes van mezelf waarin wat jongensnamen voorkomen, maar die waren niet genoeg om op het album te komen. De titel van het album – Boystown – kan dan wel weer wat gay-gericht overkomen, omdat dat toevallig dezelfde naam is van de gaywijk in Chicago. Maar in mijn geval is dat echt puur toeval.’

Je hebt al jaren flink succes in Azië. Wat is de beste verklaring voor het feit dat je muziek daar altijd zo aanslaat?

‘Eigenlijk is daar niet echt een verklaring voor, behalve dan dat we als band gewoon heel goed zijn haha! Nee, maar even serieus: we hebben ons daar wel bewezen. Met de band hebben we veel goede concerten gegeven. Daarnaast doet de muziek het altijd goed op de radiostations. Ze noemen het daar ook wel happy/sad melancholische popmuziek en vintage sounding music. In Korea is mijn achternaam nogal bekend, maar dat is mijn geval echt toeval omdat Hendrik Hamel als ontdekkingsreiziger Korea ontdekt heeft. Verder heb ik een goed management en een fijne platenmaatschappij die mij op de juiste manier daar weten neer te zetten zodat ik elke keer word teruggevraagd om in Azië te spelen. En natuurlijk zijn er nog de fans die je blijven steunen.’

De release van Hamel, je eerste album uit 2007 was één van de eerste de hoogtepunten binnen je carrière. Welke hoogtepunten schieten je nog meer te binnen als we terugkijken naar de afgelopen twaalf jaar?

‘Het eerste dat in me opkomt, is de dvd die we gemaakt hebben, met daarop een registratie van een concert in de grote zaal van Paradiso, alweer bijna tien jaar geleden. Een project waar ik altijd heel erg trots op zal blijven. Verder hebben we een paar live-video’s in de schuur bij mijn ouders opgenomen die op YouTube terecht zijn gekomen, en waar ik ook een groot deel van mijn derde album Lohengrin heb geschreven. Naast deze video-projecten ben ik natuurlijk het meest trots op de platen die heb ik mogen maken, want in feite heb ik alle liedjes daarvan (op één liedje van mijn eerste plaat na) de teksten, de melodieën en de akkoorden zelf geschreven.’   

Op het podium of in de studio, waar presteert Wouter Hamel op de top van zijn kunnen?

‘Normaal gesproken alleen op het podium maar omdat ik dit album dus zo heb opgenomen dat het voelde alsof ik ging optreden, zeg ik allebei. Op het podium ben ik echt een energieke performer. Dat merk ik vooral als ik bijvoorbeeld in Korea voor tienduizenden mensen sta op te treden. Dan voel ik me echt heel fit en kan ik hele lange noten zingen terwijl ik sta te springen. Maar ik moet daarbij wel zeggen dat ik mezelf meer een balladzanger dan een uptempozanger vind. Optreden vind ik sowieso superleuk. De eerste zinnen van een eerste liedje vind ik altijd nog wel even spannend maar al snel glijd dat gevoel helemaal van me af en kan ik helemaal genieten.’

Boystown van Wouter Hamel is sinds mei 2019 verkrijgbaar
Fotografie: Marthe Hennink
Dit eerder is eerder gepubliceerd op Nieuweplaat.nl